De ALX200 nader bekeken
Klik hier om terug te gaan.
Vanaf 1999 is er een grote instroom van lagevloerbussen gaande bij het dan nieuw in Nederland opererende bedrijf Arriva. Omdat het bedrijf in die tijd Britse roots heeft, is het dan ook de vraag met voor nieuw materieel Arriva zal komen. Op dat moment heeft Arriva, die dan het reizigersvervoer in Zuidoost-Friesland, Drenthe en Groningen verzorgt, gemiddeld het oudste wagenpark als we dat vergelijken met het dan eveneens nieuwe bedrijf NoordNed, dat het busvervoer in Noordwest-Friesland in handen heeft. Het lijdt dan ook geen twijfel dat Arriva als eerste met nieuw materieel op de proppen zal komen. En dat gebeurt dan ook.

Eerst start Arriva wat voorzichtig met kleine series bussen op SB220-chassis met een carrosserie 2000NL van Berkhof uit Heerenveen. Deze bussen vallen in de reeks 5810-5845.

Maar dan begint het grote werk. Een bestelling van meteen maar liefst 50 bussen uit het Verenigd Koninkrijk. Bussen gebouwd op een chassis Dart SLF van de Engelse chassisbouwer Dennis en een carrosserie ALX200 van de Schotse fabrikant Alexander. Voor het eerst na lange tijd weer Britse bussen op Nederlandse bodem.



Wat vond men nu van deze bussen? Tijd om even wat bronnen te citeren. Te beginnen uit de Autobuskroniek 07 van 2001:
De vijftig Schotse Denniswagens worden op willekeurige nummervolgorde afgeleverd en in dienst gesteld. (...) Overigens zal het bedrijf inmiddels wel spijt hebben dat de eerste drie in Nederland aanwezige exemplaren niet uitgebreid getest zijn. Het matige interieur en het zeer storende motorlawaai blijken een storm van protest op te leveren. De hele serie wordt in augustus en september 2001 terug naar de fabriek gestuurd om een motorisolatie te monteren. Het interieur is gewoon wennen voor de Nederlandse passagiers.

Het begint een beetje op een Fyra-debacle avant la lettre te lijken. Want ook de plaatselijke krant weet er op woensdag 25 juli 2001 wat over te melden:
Nieuwe bus Arriva maakt te veel lawaai
HEERENVEEN-De vijftig exemplaren van het nieuwe bustype Dennis van vervoersmaatschappij Arriva maken te veel lawaai. Als dit euvel niet voor 1 september is verholpen, mogen de chauffeurs de voertuigen laten staan, zo adviseert de ondernemingsraad openbaar vervoer.
Zo ver hoeft het niet te komen in de ogen van exploitatiemanager Marcel Huizenga. Er wordt wat gedaan aan het probleem van de bus, waarmee Arriva sinds maart rijdt. De eerste zes exemplaren zijn al terug geweest naar de Britse fabrikant Dennis, die de isolatie van het motorcompartiment heeft verbeterd. De rest volgt.
Volgens Huizenga is de aanpassing adequaat. "De geluidssterkte van de Dennis is teruggebracht van 80 naar 74 decibel. Dat is rustiger dan onze oude bussen, die 76 decibel veroorzaken."
Dit wordt beaamd door OR-secretaris Aaldert Haveman. "Volgens de chauffeurs is de nieuwe Dennis een stuk stiller geworden."
woensdag, 25 juli 2001 10:52 uur

Afijn, de hele zooi dus terug naar de fabrikant om het lawaainiveau op een acceptabel niveau te krijgen. Maar wat gebeurt er dan?

Een citaat van Radio Noord op 2 november 2001:
Bussen Arriva blijven zorgenkindjes
GRONINGEN - Vervoersmaatschappij Arriva gaat veertig bussen terugsturen naar de fabriek. Deze zogeheten Dennis-bussen kampen met hevig tochtende deuren en lekkages. Afgelopen zomer moesten de bussen ook al terug naar de fabriek. Toen produceerden ze veel te veel lawaai. Arriva denkt niet in capaciteitsproblemen te komen omdat de bussen gerepareerd moeten worden.
Laatst bijgewerkt: 2-11-2001, 09:25, Radio Noord

Voor de ware busliefhebber wordt het op dat moment een walhalla, zeg maar gerust een kortstondig paradijs, omdat er dan ineens allemaal MB200-streekbussen uit hun slaap worden gehaald, om gedurende een korte periode nog een keer hun kunstjes te mogen vertonen.
Ook de chauffeurs hebben er een mening over. Een buschauffeur tegen zijn chef: "Weet je hoe ik hier een goede bus van maak? Ik rijd naar het nieuwe winkelcentrum in aanbouw, doe de dakluiken open en laat hem vol storten met beton." Bron: Busbrief 84, W. Koeleman
Na de aanbesteding van het gebied DAV in 2003 aan Arriva worden er ALX200-bussen naar dat gebied gezonden om daar dienst te doen. Ook dan hebben de chauffeurs voorkeur voor het daar aanwezige MB200- en SB200/CSA2-materieel.

Hoe dan ook, de ALX200-bussen mogen nog even blijven rijden. Zo gemiddeld 10 jaar houden ze het nog bij Arriva uit. Sommige worden daarna naar Buitenlandse Arriva-vestigingen geëxporteerd of verkocht aan Womy. Arriva zou een optie hebben gehad voor nog eens vijftig bussen, maar daar is nooit gebruik van gemaakt. Een Fyra-debacle is het dus niet helemaal, maar beter had het wel gekund.

Zie ook: De Streekbus, P. van der Meer - Uitgeverij De Alk - ISBN 9060132968
foto/tekst: autobussenwebsite.nl