0-9 * A * B * C * D * E * F * G * H * I * J * K * L * M * N * O * P * Q * R * S * T * U * V * W * X * Y * Z
DAF
DAF, Van Doorne's Automobiel Fabriek, opgericht in 1932 als aanhangwagenfabriek, in 1949 verder als automobielfabriek. DAF is voornamelijk bekend van de personenauto-industrie (de DAFjes), (diverse DAF-kantelcabines voor) vrachtwagens en chassis voor autobussen.

Zie B1600 DF533-Verheul.
Zie MB200 DKDL564-Hainje.
Zie MB200 DKDL564-Den Oudsten.
Zie MB200 DKDL600-Den Oudsten.
tekst: autobussenwebsite.nl
DAF-B1600-DF533-Verheul
DAF B1600 DF533-Verheul, serie van acht korte lijnbussen voor de RTM (1968), aanvankelijk onder de wagennummers 81-88, vanaf de overname door ZWN in 1978 als 6075-6082 en getooid met namen van vlinders. De 81 wordt al in 1974 afgevoerd en komt dus niet meer als 6075 op de weg. In 1981 worden de overige exemplaren afgevoerd, alleen de 87 (6081, "Vuurvlinder") blijft bewaard bij de Stichting Veteraan Autobussen, terwijl de 82 (6076, "Atalanta") staat te bewonderen in het RTM-museum te Ouddorp - deze is gerepareerd met onderdelen van de eveneens in bezit van dat museum 88 (6082, "Oranjetip"), die in 2014 is gesloopt.
De bussen hebben geen indeling volgens het trambusmodel, de voorwielen zijn gesitueerd voor de instapdeur om zo makkelijker op de veerpont Wieldrecht - 's Gravendeel vervoerd te kunnen worden.
Zie ook: De Gele Rijders, P. van der Meer - Uitgeverij De Alk (ISBN 90 6013 257 2)
Zie ook: Informatie over bus 87 (6081) op de site van de SVA.
Zie ook: Informatie over bus 82 (6076) op de site van het RTM-Museum.
tekst: autobussenwebsite.nl
dagkaart
Dagkaart, kaart die de gehele dag geldig is op het stads- en streekvervoer, te gebruiken tussen 1980 en 2011. Het zijn twee grijze 8-strippenkaarten die door de chauffeur zodanig worden gestempeld dat deze kaart geldig is als dagkaart. Is één exemplaar als dagkaart gestempeld dan is deze geldig in het stadsvervoer van Amsterdam, Den Haag of Utrecht. Deze dagkaart is ook geldig als kortingskaart op diverse HOV-buslijnen. Zie ook bij 8-strippenkaart.
Hoewel de officiële einddatum voor deze kaart in 2011 is, is deze kaart al veel eerder uit het assortiment van nationale vervoerbewijzen verwijderd, omdat de vervoerders liever het gebruik van de OV-chipkaart promoten.
Ook de NS kent een aantal soorten dagkaarten. De OV-dagkaart, geldig in trein, bus, tram en metro sneuvelt in 2011 en de NS-dagkaart tegen reductietarief, alleen geldig in de trein, moet er in 2012 aan geloven. De voltariefversie blijft wel bestaan, maar is voor voordeelurenkaarthouders natuurlijk niet interessant. In de zomer van 2016 keert de OV-Dagkaart terug, zowel tegen vol- als reductietarief, onder de naam Holland Travel Ticket. De NS-dagkaart blijft alleen tegen voltarief verkrijgbaar.
tekst: autobussenwebsite.nl
dalkaart
Dalkaart, kaart waarmee op een voordelige wijze met de bus kan worden gereisd binnen een bepaald tijdsbestek. De benaming "dalkaart" geeft aan dat de kaart veelal geldig is buiten de spitsuren. In veel meer plaatsen worden dit soort kaartjes uit het assortiment gehaald, omdat de vervoerders liever het gebruik van de OV-chipkaart promoten. Voor bepaalde regio's zijn er reeds kortingsproducten voor de OV-chipkaart ontwikkeld, die als vervanging voor de dalkaarten dienen.
tekst: autobussenwebsite.nl
DAM
De DAM, voluit de NV Damster Automaatschappij, opgericht in 1920, verzorgt in de periode 1921-1970 autobusvervoer ten Noordoosten van de stad Groningen. In 1923 wordt n.a.v. het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina de kleur oranje gekozen als kleur van alle bussen1). In 1970 wordt het busbedrijf verkocht aan de GADO, de bijbehorende fabriek voor aanhangwagens en trailers produceert tot en met 1983, maar gaat dan failliet.
Zie ook: Met de bus mee, deel 3: Van de Marne naar de Meuse, H. Verhoeff - Uitgeverij De Alk - ISBN 9789060133378
Zie ook: Verdere informatie over dit bedrijf

1) In het boek "Met de bus mee, deel 3" (uitgeverij De Alk, ISBN 9789060133378) valt op blz. 25 te lezen dat de kleur oranje van alle bussen in 1938 wordt gekozen n.a.v. de geboorte van prinses Beatrix.
tekst: autobussenwebsite.nl
DD-AR
DD-AR, serie dubbeldeksrijtuigen uit 1991 bestaande uit rijtuigen voor eerste/tweede klasse ABv (76), tweede klasse Bv (103) en tweede klasse stuurstandrijtuigen Bvk (79) onderverdeeld in de series DDM-2 en DDM-3. Pas vanaf 1996 komen er 50 motorrijtuigen mDDM eerste/tweede klasse mABk bij. Tot die tijd worden de treinstammen getrokken of geduwd door een elektrische locomotief type 1700. Ook de stammen die niet voorzien zijn van mDDM, blijven gebruik maken van een aparte locomotief. De rijtuigen komen in dienst in het kleurenschema van 1968, nl. geel met grijze deuren en blauwe reclamebanen. In tegenstelling tot DDM-1 zijn de zitplaatsen tweede klasse niet rood maar groen. In 2010 worden er rijtuigen omgebouwd tot NID, waarbij er alleen gebruik zal worden gemaakt van stuurstand- en motorrijtuigen en dus geen locomotieven. De rijtuigen zullen rijden in treinstellen en niet in treinstammen, zoals dat bij DDM-1 en DD-AR tot dan toe gebruikelijk is. Het resterende materieel zal worden afgevoerd.

Treinstam DD-AR, het meest rechter rijtuig is mDDM (mABk).
Illustratie: Arthur's treinenpagina

Zie ook: Langs de Rails: Dubbeldekkers (DDM, DD-AR, DDZ), N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DD-IRM
DD-IRM, serie dubbeldeksrijtuigen geformeerd tot treinstellen EL3 en EL4 uit 1994, in 2000 met extra wagons verlengd van EL3 tot EL4 en van EL4 tot EL6 als VIRM. Bijnamen van deze reeks treinen zijn Regiorunner (deze naam heeft de NS naderhand laten varen), Bizon (een bijnaam die bij de eerste presentatie wordt gebruikt) en Doedelzak (vanwege het zoemende geluid bij de eerste serie). De treinen doen dienst in de kleurstelling geel met donkerblauwe banen langs deuren en ramen, waarbij de baan langs de verdieping doorlopend is (bij NID is dat juist langs de begane grond). Bij de eerste reeks treinstammen komt bij de omvorming van de bovenleidingspanning tot draaistroom voor de tractiemotoren een zoemend geluid vrij, waardoor deze treinen ook doedelzakken worden genoemd. In tegenstelling tot het eerdere dubbeldeksmaterieel heeft de samenstelling van wagons een permanent karakter, waarbij er dus geen sprake is van een treinstam, maar van een treinstel met een eigen treinstelnummer.

Illustratie: Arthur's treinenpagina
Zie ook: Langs de Rails: Regiorunners (VIRM), N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DDM-1
DDM-1, serie dubbeldeksrijtuigen uit 1985 bestaande uit rijtuigen voor eerste/tweede klasse ABv (29), tweede klasse Bv (33) en tweede klasse stuurstandrijtuigen Bvk (13). De rijtuigen komen in dienst in het kleurenschema van 1968, nl. geel met grijze deuren en blauwe reclamebanen. In deze serie zijn de zitplaatsen tweede klasse rood van kleur, i.t.t. de latere serie DD-AR, waar ze groen zijn. De zitplaatsen eerste klasse komen overeen met de zitplaatsen van de in die tijd gebruikte ICM-treinen. De treinen worden getrokken of geduwd door een elektrische locomotief type 1800 en de rijtuigen rijden in treinstammen in plaats van -stellen. In samenwerking met het Wereld Natuurfonds worden er namen en afbeeldingen van bedreigde diersoorten op de stuurstandrijtuigen aangebracht. De serie gaat medio 2011 uit dienst.
Zie ook: Langs de Rails: Dubbeldekkers (DDM, DD-AR, DDZ), N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DDZ
DDZ, Dubbeldekker Zonering, Zie bij NID.
tekst: autobussenwebsite.nl
De Lijn
De Lijn, Vlaamse Vervoermaatschappij "De Lijn", tram- en busmaatschappij vanaf 1991, ontstaan uit de NMVB.

tekst: autobussenwebsite.nl
DE1/DE2
DE1/DE2, dieselelektrisch stroomlijnmaterieel, in dienst vanaf 1953. Het materieel bestaat uit 30 motorrijtuigen (DE1) en 46 tweewagentreinstellen (DE2) en worden in zijn geheel gebouwd door Allan te Rotterdam. Vanaf ca. 1974 wordt de serie aangeduid als Plan X. Aanvankelijk komen ze in een lichtblauwe kleur met rode biezen op de rails. Dankzij deze kleur en de vleugels van het Allan-embleem op de voor- en achterkanten, wordt dit materieel al gauw "Blauwe Engel" genoemd. In de jaren zestig worden de treinen dieselrood met op de uiteinden een gele snor; sommige exemplaren worden daarbij ook voorzien van blauwe reclamebanen. Vanaf 1975 worden er diverse tweewagentreinstellen gereviseerd en gehuisstijld naar NS-geel met lichtblauwe reclamebanen. De onverbouwde rijtuigen en stellen gaan in 1985 buiten dienst, sommige gereviseerde stellen houden het uit tot 2002. Er is een exemplaar in de oorspronkelijke blauwe uitvoering te bezichtigen in het Spoorwegmuseum in Utrecht.

Foto: www.autobussenwebsite.nl, model in het spoorwegmuseum te Utrecht.
Zie ook: Dieseltreinen in Nederland, C. van Gestel, B. van Reems - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-975-5
Zie ook: Spoorwegmaterieel in Nederland, G. Nieuwenhuis, H. Nahon - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-949-6
Zie ook: Langs de Rails: Dieseltreinstellen DE1 en DE2 (Blauwe Engel), N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DE3
DE3, dieselektrisch driewagenstel, waarvan twee uitvoeringen, nl. uit 1934 en uit 1960.
tekst: autobussenwebsite.nl
DE3 (1934)
DE3 (1934), het eerste dieselelektrische stroomlijnmaterieel dateert uit 1934. De treinen komen in een lichtgrijze kleurstelling met rode biezen op de rails, maar omdat deze kleur nogal besmettelijk blijkt te zijn, wordt dit al gauw olijfgroen (volgens het kleurenschema van 1921). Een treinstel bestaat uit drie rijtuigen Bk, mCD en Ck, waarvan de motorkamer zich in het middenrijtuig mCD bevindt. Na de komst van het DE1-/DE2-materieel "Blauwe Engel" in 1953, wordt ook DE3 blauw geschilderd. Vanwege een wijziging in de indeling van de tweede en derde klasse verandert in 1954 de naam van het koprijtuig Bk in BCk. Doordat in Europa in 1956 wordt overgegaan op een tweeklassensysteem en de indeling van de DE3 wijzigt, worden de namen van de rijtuigen gewijzigd van BCk naar ABk, van mCD naar mBD en van Ck naar Bk. Het materieel gaat in 1964 uit dienst. Er is één exemplaar in de oorspronkelijke lichtgrijze kleur met rode biezen bewaard gebleven voor het Spoorwegmuseum in Utrecht.
Voor meer informatie over de Dieseldrie uit 1934 zie hier.

De DE3 uit 1934 in drie verschillende kleuren.
Illustratie: Arthur's treinenpagina

Zie ook: Dieseltreinen in Nederland, C. van Gestel, B. van Reems - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-975-5
Zie ook: Langs de Rails: De vooroorlogse DE3, N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DE3 (1960)
DE3 (1960), dieselelektrisch treinmaterieel Plan U, in dienst van 1960 t/m 2003, bestaande uit drie rijtuigen mBDk, B en ABk. De treinen hebben een bolle kop, afgeleid van mat' 54 (de hondekoppen) en later ook gebruikt voor het elektrisch stroomlijnmaterieel mat '64. Het treinstel bestaat uit drie rijtuigen, waarbij de motor zich voor het grootste gedeelte in één der koprijtuigen (mBDk) bevindt. De treinen komen in eerste instantie in dieselrood op de rails, maar worden met de invoering van Spoorslag '70 gehuisstijld naar NS-geel met grijze deuren en blauwe reclamebanen (op de mBDk komen slechts twee banen). De passagiersdeuren zijn eerst nog schuifdeuren, in 1968 worden dit zwenk-/zwaaideuren. Over de bijnaam "Rode Duivel" bestaat onduidelijkheid. Dit zou een bijnaam voor het DE3-materieel moeten zijn, maar er zijn ook stemmen die beweren dat de naam "Rode Duivel" alleen voorbehouden is aan de in het rood overgeschilderde DE1-/DE2-materieel.

De DE3 uit 1960 in twee verschillende kleuren.
Illustratie: Arthur's treinenpagina

Zie ook: Dieseltreinen in Nederland, C. van Gestel, B. van Reems - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-975-5
Zie ook: Spoorwegmaterieel in Nederland, G. Nieuwenhuis, H. Nahon - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-949-6
Zie ook: Langs de Rails: Dieseltreinstellen DE 3 (plan U, Rode Duivel), N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DE5
DE5, dieselelektrisch stroomlijnmaterieel DE5, in dienst van 1945 t/m 1974. De treinen beschikken over een grote brandstofvoorraad, bedoeld voor internationale diensten. Wegens de komende oorlogshandelingen en de daaropvolgende bezetting krijgt dit geen doorgang en worden deze treinstellen pas in 1945 in de binnenlandse dienst gesteld. De kopvorm wijkt af van het voorgaande mat '36 met grotere ramen, deze worden ook al toegepast in het materieel omBC (1937). De DE5 kan gekoppeld rijden met de DE3 (1934) en Pec. Ze komen in dienst in de standaardkleur olijfgroen met rode biezen. Na de komst van de Blauwe Engelen in 1953 worden ze vanaf 1955 blauw en nadat de NS heeft besloten dat alle dieselstellen rood moeten worden, krijgen alle treinstellen vanaf 1961 de kleur dieselrood. Deze kleurveranderingen geschieden stapsgewijs. Pas nadat in 1960 een treinstel blauw is geschilderd, verandert het jaar daarop een ander treinstel al van blauw naar rood.

De DE5 in rode livrei met blauwe reclamebanen en wit NS-logo.
Illustratie: Arthur's treinenpagina

Zie ook: Dieseltreinen in Nederland, C. van Gestel, B. van Reems - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-975-5
Zie ook: Langs de Rails: Dieseltreinstellen - DE 5, N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
Degressief Tariefsysteem
Degressief tariefsysteem, tariefsysteem voor de OV-chipkaart en voor papieren NS-kaartjes, waarbij de reiziger een prijs per kilometer betaalt en hoe meer men reist, hoe goedkoper de kilometerprijs wordt.
tekst: autobussenwebsite.nl
Den Oudsten
Den Oudsten, zie hier.
tekst: autobussenwebsite.nl
Dennis
Dennis, Brits chassisbouwer. In Nederland is de naam Dennis bekend van de Dennis Dart SLF-/ALX200-bus die deel uitmaakt van het wagenpark van Arriva. In het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland rijden ook andere typen zoals de Trident en de Enviro.

tekst: autobussenwebsite.nl
deukneus
Deukneus, bijnaam voor het stroomlijnpostrijtuigmaterieel Pec. Zie aldaar.
tekst: autobussenwebsite.nl
DEx
DEx, afkorting voor een diesel-elektrisch motorrijtuig of treinstel gehanteerd door de NS, waarbij x is het aantal rijtuigen. De afkorting wordt in het bijzonder gebruikt voor het stroomlijnmaterieel dat in de periode 1934-1957 in opdracht van de NS is gebouwd door hoofdzakelijk de Nederlandse fabrikanten Werkspoor, Beijnes en Allan. De series zijn:
DE3 = diesel-elektrisch driewagentreinstel 1934, nummers 11-50
DE5 = diesel-elektrisch vijfwagentreinstel 1940, nummers 51-68
DE1 = diesel-elektrisch motorrijtuig 1953, nummers 21-50 (bij indiensttreding is de serie DE3 uit 1934 vernummerd)
DE2 = diesel-elektrisch tweewagentreinstel 1953, nummers 61-106
DE4 = diesel-elektrisch vierwagentreinstel 1957, nummers 1001-1003 (Nederlandse deelserie, de Zwitserse deelserie met de nummers 501-502 wordt RAm genoemd)
DE3 = diesel-elektrisch driewagentreinstel 1960, nummers 111-152

Nieuwere in Nederland opererende buitenlandse series zoals de diesel-elektrische treinstellen van Stadler GTW zou men volgens NS-terminologie ook DE3 of DE4 kunnen noemen, maar dit wordt in de praktijk zelden gedaan.
Zie ook: Langs de Rails: Spoortermen en begrippen, N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DH1/DH2
DH1/DH2, of PEN-materieel (Project Exploitatie Nevenlijnen), dieselhydraulisch treinmaterieel van Düwag, in dienst van 1981 t/m 2008. Het materieel bestaat uit 19 motorrijtuigen DH1 (B) en 31 tweewagentreinstellen DH2 (B en Bz). Ze komen in dienst in het kleurenschema van 1968, nl. geel met grijze deuren en blauwe reclamebanen. Ze worden ingezet op de noordelijke nevenlijnen in Friesland en Groningen. De aanvankelijke bijnaam van de treinen is SRV-wagen, maar door middel van een prijsvraag in 1983 wordt gekozen voor de naam "Wadloper" en deze naam wordt uiteindelijk ook op alle gele NS-treinen aangebracht. In 1996 krijgen ze een grote revisiebeurt, waarin het interieur en de binnenwandbeplating wordt vervangen, het geel rondom de voorramen wordt veranderd naar grijs en de treinen worden voorzien van baanschuivers. In 2000 wordt het materieel verhuurd aan NoordNed, een joint venture tussen de NS, Arriva en Rederij Doeksen. De treinen krijgen zijopschriften van NoordNed en de 3222 wordt in volledige NoordNed-huisstijl gebracht. Pas in 2007 zijn de treinen, dan al aan het einde van hun loopbaan, ook elders in het land te bewonderen. Als het gedaan is met het DH-materieel, worden er exemplaren verkocht aan Polen, Roemenië en Argentinië.

De DH1 en DH2 in hun oorspronkelijke uitvoering in 1981.
Illustratie: Arthur's treinenpagina

Zie ook: Dieseltreinen in Nederland, C. van Gestel, B. van Reems - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-975-5
Zie ook: Wadlopers en Buffels / GTW's en Lints, Peter van der Meer - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-346-0
Zie ook: Langs de rails: Wadlopers, N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DHx
DHx, Afkorting voor een diesel-hydraulisch motorrijtuig of treinstel gehanteerd door de NS, waarbij x is het aantal rijtuigen. De afkorting wordt in het bijzonder gebruikt voor het materieel dat in de periode 1981-1998 in opdracht van de NS is gebouwd door de fabrikanten Düwag en Talbot. De series zijn:
DH1 = diesel-hydraulisch motorrijtuig 1983 (Wadloper), nummers 3101-3119
DH2 = diesel-hydraulisch tweewagentreinstel 1981 (Wadloper), nummers 3201-3231
DH2 1) = diesel-hydraulisch tweewagentreinstel 1996 (Buffel), nummers 3401-3453

1) Hoewel de laatste serie als dieselhydraulishe tweewagenstellen te boek staat, wordt deze serie zelden of nooit DH2 genoemd. Dit om verwarring te voorkomen met de Wadloper-treinen. Het materieel uit 1996 wordt altijd met zijn materieelbenaming DM'90 aangeduid.
Zie ook: Langs de rails: Spoortermen en begrippen, N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
dieselrood
Dieselrood, benaming voor in de jaren '50 rood geschilderde NS-dieseltreinen. Aanvankelijk zijn alle dieseltreinen in die tijd lichtblauw (volgens het kleurenschema van 1953); de nieuwe Blauwe Engelen verschijnen in de lichtblauwe kleur op de rails en bestaande series zoals DE3 (1934) en DE5 worden ook lichtblauw. Pas in 1958 wordt de kleur rood voor al het dieselmaterieel ingevoerd. Vanaf 1968 krijgen bepaalde rode exemplaren ook lichtblauwe reclamebanen.
tekst: autobussenwebsite.nl
DM '90
DM '90, dieselhydraulisch treinmaterieel van Talbot, in dienst vanaf 1996, met als bijnaam Buffel. Het materieel bestaat uit 53 tweewagenstellen Bk en ABk. Plannen voor een motorrijtuig zijn nooit doorgegaan. Ze komen in dienst in de kleuren geel/grijs, waarbij de blauwe reclamebanen ontbreken. Het model is afgeleid van het elektrisch stroptreinmaterieel SM '90, waarbij de kopvorm is gewijzigd. DM '90 kan geschakeld rijden met het DH1/DH2-materieel, maar dan maximaal 100 km/h.
Zie ook: Dieseltreinen in Nederland, C. van Gestel, B. van Reems - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-975-5
Zie ook: Wadlopers en Buffels / GTW's en Lints, Peter van der Meer - Uitgeverij De Alk, ISBN 90-6013-346-0
Zie ook: Langs de rails: Buffels (DM '90), N. Spilt
tekst: autobussenwebsite.nl
DOK
DOK, korte versie van de DAF MB200-Den Oudsten-bus; wordt in de jaren zeventig en tachtig vaak ingezet op diverse stadsdiensten of zwakke streeklijnen in Nederland.
tekst: autobussenwebsite.nl
doorverbinding
Doorverbinding, een buslijn die vanuit een vervoersgebied doorgaat naar een verdergelegen plaats in een ander vervoersgebied. Deze constructie ziet men regelmatig bij de autobusbedrijven die in de jaren vijftig en zestig de scepter zwaaien. Een voorbeeld hiervan is de NTM in Heerenveen, die verre doorverbindingen heeft naar Groningen (dwars door ESA-gebied), Assen en Meppel (beide DVM-gebied). Tegenwoordig proberen de autobusbedrijven doorverbindingen zoveel mogelijk te voorkomen door grensoverschrijdende lijnen in twee of meerderde delen te splitsen.
Zie ook: Met de bus mee, deel 1: Aankomst en vertrek, H. Verhoeff - Uitgeverij De Alk - ISBN 9789060133422
Zie ook: Met de bus mee, deel 3: Van de Marne naar de Meuse, H. Verhoeff - Uitgeverij De Alk - ISBN 9789060133378
tekst: autobussenwebsite.nl
dubbeldekker
Dubbeldekker, autobus met een verdieping. In het stads- en streekvervoer in Nederland en België komt een dubbeldekker niet voor, in het reisvervoer daarentegen wel. In het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en in Berlijn worden dubbeldeksbussen wel in het openbaar vervoer ingezet. Zie ook: Routemaster. Ook bestaan er dubbeldekstreinen, zoals DDM-1, DD-AR, DD-IRM, VIRM en NID.
tekst: autobussenwebsite.nl
Duvedec
Duvedec, type carrosserie van Hainje / Berkhof en Den Oudsten, voortborduring op ST2000, genoemd naar het ontwerpbureau Duvedec. Deze carrosserie is hoofdzakelijk gebouwd door Hainje / Berkhof. Het type carrosserie is tussen 1988 en 2010 te zien in verschillende delen van het land, o.m. in Rotterdam bij de RET, in Noord-Holland bij de NZH en vanaf 1999 bij Connexxion (zowel gewone als gelede versie), bij de FRAM en de DVM/NWH in het streekvervoer (gelede versie) en in Leeuwarden bij de stadsdienst (midi-versie).

Foto: www.autobussenwebsite.nl
tekst: autobussenwebsite.nl
DVM
De DVM, voluit de Drentse Vervoer Maatschappij, busmaatschappij van 1963 t/m 1991 ontstaan uit de DABO en de EDS. De stadsdienst in Assen uitgevoerd door Garage Harmanni wordt in 1986 bij de DVM gevoegd. In 1991 volgt een fusie met de NWH (Noordwesthoek) tot DVM/NWH. In tegenstelling tot de meeste andere maatschappijen hanteert de DVM een eigen wagenparknummering. De ESO/VSN-nummering wordt alleen administratief toegepast.

Zie ook: Van stoomtram tot DVM, A.E. van Bergen, H. Zandbergen - Bataafsche Leeuw - ISBN 9789067070768
Zie ook: Met de bus mee, deel 3: Van de Marne naar de Meuse, H. Verhoeff - Uitgeverij De Alk - ISBN 9789060133378
Zie ook: Verdere informatie over de DVM
Zie ook: Verdere informatie over de DABO
Zie ook: Verdere informatie over de EDS
tekst en fusiediagram: autobussenwebsite.nl
DVM/NWH
DVM/NWH, busmaatschappij ontstaan in 1991 door een fusie tussen de DVM en de NWH. In 1996 fuseert deze nieuwe maatschappij met de FRAM tot de VEONN.

tekst en fusiediagram: autobussenwebsite.nl